Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Israël

Israël

De naam die God aan Jakob gaf. Uiteindelijk werd het een aanduiding voor al zijn nakomelingen als collectief, in welke tijd maar ook. De nakomelingen van Jakobs 12 zonen werden vaak de zonen van Israël genoemd, het huis van Israël, het volk Israël, de mannen van Israël of de Israëlieten. Israël werd ook gebruikt als naam voor het noordelijke tienstammenrijk dat zich van het zuidelijke koninkrijk afscheidde, en later als term voor gezalfde christenen, ‘het Israël van God’ (Ga 6:16; Ge 32:28; 2Sa 7:23; Ro 9:6).