Doorgaan naar inhoud

Het Constitutioneel Hof van Colombia

9 JUNI 2021
COLOMBIA

Constitutioneel Hof Colombia erkent in historische rechtszaak religieuze vrijheid van wilsbekwame minderjarige

Constitutioneel Hof Colombia erkent in historische rechtszaak religieuze vrijheid van wilsbekwame minderjarige

Op 7 april 2021 heeft het Constitutioneel Hof van Colombia uitspraak gedaan ten gunste van een Getuige van Jehovah, waarbij het recht van een wilsbekwame minderjarige om eigen medische beslissingen te nemen werd erkend. In dit geval ging het om een patiënt die om een behandeling zonder bloedtransfusie had gevraagd. Het Constitutioneel Hof erkende ook dat wilsverklaringen die door wilsbekwame minderjarigen ondertekend zijn, rechtsgeldig zijn en dat de ouders van zulke minderjarigen niet nalatig zijn wat betreft de medische zorg voor hun kinderen.

Zuster Daniela Caicedo met haar ouders

Op 27 mei 2020 werd bij zuster Daniela Caicedo, toen 16 jaar oud, acute lymfatische leukemie vastgesteld. Het medisch personeel wilde haar behandelen met bloedtransfusies in combinatie met chemotherapie. Ondanks haar verzwakte toestand legde Daniela respectvol uit dat ze vanwege haar Bijbelse overtuiging geen bloedtransfusies kon aanvaarden (Handelingen 15:29).

Op 24 juni 2020 gaf het Colombiaanse instituut voor het welzijn van gezinnen (ICBF) het medisch personeel de bevoegdheid om Daniela tegen haar wil bloedtransfusies toe te dienen. Het ICBF vroeg ook om een psychologische evaluatie van Daniela. Tijdens die evaluatie liet onze zuster zien dat ze mentaal en emotioneel volwassen genoeg was om te bepalen wat voor medische behandeling ze zou aanvaarden of weigeren. Uit de psychologische evaluatie bleek ook dat Daniela’s weigering van bloedtransfusie niet door druk van anderen kwam, maar dat het haar eigen beslissing was op basis van haar geweten en geloofsovertuiging.

De lagere rechtbank erkende haar recht als wilsbekwame minderjarige om bloedtransfusie te weigeren. Maar in hoger beroep besliste het gerechtshof dat haar toch bloedtransfusies toegediend mochten worden als haar arts van mening was dat daar een gegronde reden voor was. Gesteund door haar ouders besloot Daniela in cassatie te gaan bij het Constitutioneel Hof.

Het Constitutioneel Hof kwam voor Daniela’s rechten op door te erkennen dat godsdienstvrijheid inhoudt dat ‘iemands persoonlijke band met God en iemands uiting daarvan wordt beschermd’. Het Hof verklaarde ook dat een gedwongen bloedtransfusie Daniela’s band met God zou schaden en daarmee inbreuk zou maken op haar rechten en waardigheid. Verder besliste het Hof dat ze recht had op een andere medische behandeling, zonder bloedtransfusie.

Deze belangrijke uitspraak bevestigt dat professionals in de gezondheidszorg het recht van wilsbekwame minderjarige Getuigen op een medische behandeling die niet in strijd is met hun geloofsovertuiging moeten respecteren. Een van de advocaten die bij de zaak betrokken waren, zei: ‘Het Constitutioneel Hof erkent dat het fundamentele recht op leven van wilsbekwame minderjarigen niet los gezien kan worden van hun recht op menselijke waardigheid. En een wilsbekwame minderjarige kan alleen een waardig leven leiden als zijn of haar geloofsovertuiging gerespecteerd wordt, ook als rechters en artsen die overtuiging niet delen.’

Na de uitspraak van het Constitutioneel Hof zei Daniela: ‘Ik word hier vooral blij van omdat het Jehovah’s naam verhoogt. Ik heb door deze situatie geleerd dat Jehovah elke beproeving kan veranderen in een gelegenheid om te laten zien hoeveel we van hem houden.’

Daniela’s gezondheid is nu stabiel en ze krijgt nog steeds een uitstekende medische behandeling. In augustus 2021 gaat ze naar de Pioniersschool. Onze God, Jehovah, is heel blij als hij ziet dat jongeren hem met hun gedrag eren (Psalm 148:12, 13).