Doorgaan naar inhoud

Habtemichael Tesfamariam en zijn vrouw Leterberhan Bezabih, vóór zijn gevangenschap

25 APRIL 2018
ERITREA

Twee oudere Getuigen overlijden in Eritrese gevangenis

Twee oudere Getuigen overlijden in Eritrese gevangenis

Begin 2018 zijn twee Getuigen van Jehovah, Habtemichael Tesfamariam en Habtemichael Mekonen, overleden in de Mai Serwa-gevangenis in de buurt van Asmara. Beiden waren in de zomer van 2008 gearresteerd en gevangengezet vanwege hun religieuze overtuiging. Ze hebben bijna 10 jaar lang onder vreselijke omstandigheden gevangengezeten.

Tesfamariam is op 3 januari 2018 op 76-jarige leeftijd plotseling overleden in de Mai Serwa-gevangenis. Zijn medegevangenen denken dat hij een beroerte heeft gehad. Tesfamariam werd in 1942 geboren in Adi Yakulu, Mendefera (Eritrea) en werd in 1970 een Getuige van Jehovah. Ondanks zijn onterechte gevangenzetting en mishandeling bleef hij vasthouden aan zijn geloof. Hij laat zijn vrouw Leterberhan Bezabih, vier zonen en drie dochters achter.

Mekonen is op 6 maart 2018 op 77-jarige leeftijd overleden in de Mai Serwa-gevangenis. Zijn medegevangenen denken dat hij aan nierfalen is gestorven. Mekonen werd geboren in 1940 in Kudo Felasi, een dorp in het zuiden van Eritrea. Ruim 55 jaar geleden werd hij een Getuige van Jehovah. Net als Tesfamariam weigerde hij zijn geloof op te geven, hoewel hij zonder reden werd mishandeld en gevangengezet. Hij laat zijn vrouw Mihret Ellias, een zoon en een dochter achter.

Onterechte arrestatie en mishandeling

Mekonen was thuis toen hij in juli 2008 zonder aanklacht werd gearresteerd. Ook Tesfamariam werd thuis gearresteerd, in augustus 2008. Beide mannen werden al snel overgebracht naar het beruchte Meitir-gevangenenkamp in de woestijn ten noorden van Asmara, waar ze onder verschrikkelijke en onmenselijke omstandigheden werden gevangengezet. Van oktober 2011 tot augustus 2012 hadden de autoriteiten een extra straf voor Getuige-gevangenen: ze werden opgesloten in een gebouw dat half onder de grond lag, een soort strafkelder. Daar hadden ze zwaar te lijden onder de extreme hitte zonder voldoende eten en drinken. Sommigen hebben hier gezondheidsproblemen aan overgehouden.

In 2017 werden de Getuigen van het Meitir-gevangenenkamp overgeplaatst naar de Mai Serwa-gevangenis, waar ze voedselpakketten van familie mogen ontvangen en medische behandeling kunnen krijgen als ze ernstig ziek zijn. De gevangenen waren blij met hun overplaatsing naar een minder strenge gevangenis, maar Tesfamariam en Mekonen zijn nooit meer volledig hersteld.

Habtemichael Mekonen en zijn vrouw Mihret Ellias, vóór zijn gevangenschap

Tesfamariam en Mekonen zijn niet de eerste Getuigen in Eritrea die in de gevangenis of kort na hun vrijlating sterven. Vanwege de onmenselijke omstandigheden in de gevangenis en de mishandeling zijn nog twee Getuigen in de gevangenis overleden, en drie andere zijn kort na hun ontslag uit de gevangenis gestorven. Ten minste zeven Getuigen die een aantal jaar geleden zijn vrijgelaten, kampen nog altijd met ernstige gezondheidsproblemen die het directe gevolg zijn van hun verblijf in de gevangenis. Er zitten op dit moment nog 53 Getuigen in Eritrea gevangen vanwege hun geloof, onder wie Tesfamariams broer, Tareke.

Vervolging komt neer op ‘een misdrijf tegen de menselijkheid’

Op 8 juni 2016 publiceerde de VN-Mensenrechtenraad een rapport dat gebaseerd was op de bevindingen van de VN-Onderzoekscommissie inzake Mensenrechten in Eritrea (COIE). Deze commissie was door de raad opgericht om mensenrechtenschendingen in het land te onderzoeken. De COIE drong er bij Eritrea op aan om ‘de godsdienstvrijheid te respecteren’ en ‘een eind te maken aan de willekeurige arrestatie en detentie van personen op grond van hun religieuze geloofsovertuigingen, in het bijzonder van aanhangers van specifieke religieuze groeperingen, zoals Jehovah’s Getuigen, (...) en om degenen die onrechtmatig en willekeurig in hechtenis zijn, onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten’. De COIE concludeerde dat het vervolgen van personen op grond van hun religie door Eritrea neerkomt op ‘een misdrijf tegen de menselijkheid’.

Jehovah’s Getuigen hopen dat het recente overlijden van Tesfamariam en Mekonen niet onopgemerkt aan de internationale gemeenschap voorbijgaat en dat deze tragedies eerlijke Eritrese functionarissen zullen aanzetten tot actie ten behoeve van personen die onterecht gevangenzitten op grond van hun geloof.