Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

Markus 1:15 — ‘Het Koninkrijk van God is nabijgekomen’

Markus 1:15 — ‘Het Koninkrijk van God is nabijgekomen’

 ‘De vastgestelde tijd is aangebroken en Gods Koninkrijk is nabij. Heb berouw, en geloof in het goede nieuws’ (Markus 1:15, Nieuwewereldvertaling).

 ‘De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie’ (Markus 1:15, Herziene Statenvertaling).

Betekenis van Markus 1:15

 Jezus Christus zei dat het Koninkrijk van God a ‘nabij’ of ‘nabijgekomen’ was, omdat hij aanwezig was als toekomstige Koning van dat Koninkrijk.

 Jezus bedoelde niet dat het Koninkrijk toen al regeerde. Later maakte hij zijn discipelen duidelijk dat de komst van het Koninkrijk pas in de toekomst zou plaatsvinden (Handelingen 1:6, 7). Maar als toekomstige Koning was hij al aanwezig en in die rol was hij verschenen precies in het jaar dat door de Bijbel voorspeld was. b Om die reden kon Jezus zeggen: ‘De vastgestelde tijd is aangebroken’ — de tijd waarop hij met zijn openbare bediening zou beginnen en het evangelie, of goede nieuws, over het Koninkrijk zou prediken (Lukas 4:16-21, 43).

 Om voordeel te hebben van het goede nieuws van het Koninkrijk, moesten mensen berouw, of spijt, hebben van zonden die ze hadden begaan en moesten ze leven naar Gods normen. Door berouw te hebben toonden ze hun geloof in het goede nieuws over dat toekomstige Koninkrijk.

Context van Markus 1:15

 Jezus sprak deze woorden uit aan het begin van zijn bediening in Galilea. Volgens het parallelverslag in Mattheüs 4:17 predikte Jezus ‘vanaf die tijd’ het Koninkrijk van God. Het Koninkrijk was het thema van Jezus’ prediking. In de vier evangeliën c wordt het Koninkrijk meer dan 100 keer genoemd, voornamelijk in uitspraken van Jezus. In het Bijbelverslag spreekt Jezus meer over het Koninkrijk van God dan over welk onderwerp maar ook.

Lees Markus hoofdstuk 1 met verklarende voetnoten, kruisverwijzingen, afbeeldingen en een kaart.

a Het Koninkrijk van God is de regering in de hemel die door God is opgericht om zijn wil in verband met de aarde uit te voeren (Daniël 2:44; Mattheüs 6:10). Zie voor meer informatie het artikel ‘Wat is het Koninkrijk van God?

b Jezus moest koning worden om een van zijn rollen als de voorzegde Messias (Gods speciale vertegenwoordiger) te kunnen vervullen. Zie voor meer informatie over Bijbelse profetieën waaruit blijkt dat Jezus de Messias was, het artikel ‘Bewijzen Messiaanse profetieën dat Jezus de Messias was?

c De evangeliën zijn de eerste vier boeken van de christelijke Griekse Geschriften, vaak het Nieuwe Testament genoemd, waarin Jezus’ leven en bediening beschreven staan.