Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

Openbaring 21:1 — ‘Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’

Openbaring 21:1 — ‘Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’

 ‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de vroegere hemel en de vroegere aarde waren voorbijgegaan, en de zee is er niet meer’ (Openbaring 21:1, Nieuwewereldvertaling).

 ‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer’ (Openbaring 21:1, Herziene Statenvertaling).

Betekenis van Openbaring 21:1

 In dit vers wordt in figuurlijke taal gezegd dat het hemelse Koninkrijk van God alle menselijke regeringen zal vervangen. Het Koninkrijk zal slechte mensen verwijderen en gaat regeren over een nieuwe samenleving van mensen die zich er graag aan onderwerpen.

 In het boek Openbaring staat informatie die ‘in symbolen’ is overgebracht (Openbaring 1:1). Het is dus redelijk te concluderen dat het in dit vers niet om een letterlijke maar een symbolische hemel en aarde gaat. Ook in andere Bijbelverzen wordt over een figuurlijke ‘nieuwe hemel’ en ‘nieuwe aarde’ gesproken (Jesaja 65:17; 66:22; 2 Petrus 3:13). Uit deze verzen en andere Bijbelgedeelten kun je opmaken wat ermee wordt bedoeld.

 ‘Een nieuwe hemel.’ In de Bijbel wordt het woord hemel soms gebruikt om heerschappij of regeringen aan te duiden (Jesaja 14:12-14; Daniël 4:25, 26). Volgens een naslagwerk staat ‘hemel’ in profetische visioenen ‘symbool voor de heersende macht of regering’. a In Openbaring 21:1 duidt de ‘nieuwe hemel’ kennelijk op Gods Koninkrijk. Over die hemelse regering wordt in het hele boek Openbaring en in andere Bijbelboeken gesproken. Ze wordt soms ‘het Koninkrijk van de hemel’ genoemd (Mattheüs 4:17; Handelingen 19:8; 2 Timotheüs 4:18; Openbaring 1:9; 5:10; 11:15; 12:10). Met Jezus als Koning zal Gods Koninkrijk uiteindelijk ‘de vroegere hemel’, dat wil zeggen alle regeringen van onvolmaakte mensen, vervangen (Daniël 2:44; Lukas 1:31-33; Openbaring 19:11-18).

 ‘Een nieuwe aarde.’ Volgens de Bijbel zal de letterlijke aarde nooit worden vernietigd of vervangen (Psalm 104:5; Prediker 1:4). Maar wat is deze aarde dan wel? In de Bijbel wordt met het woord aarde vaak de mensheid bedoeld (Genesis 11:1; 1 Kronieken 16:31; Psalm 66:4; 96:1). ‘Een nieuwe aarde’ moet daarom duiden op een nieuwe samenleving van mensen die zich vrijwillig onderwerpen aan Gods hemelse regering. De ‘vroegere aarde’, de samenleving van mensen die tegen Gods Koninkrijk zijn, zal voorbijgaan.

 ‘De zee is er niet meer.’ Net als de rest van Openbaring 21:1 is ook ‘de zee’ symbolisch. De zee is vaak onstuimig en stormachtig. Daarmee is het een passend symbool van de onstuimige massa mensen die van God vervreemd zijn (Jesaja 17:12, 13; 57:20; Openbaring 17:1, 15). Ook zij zullen verdwijnen. Psalm 37:10 zegt: ‘Nog even en er zijn geen slechte mensen meer. Je zult kijken op de plek waar ze waren, maar ze zijn er niet meer.’

Context van Openbaring 21:1

 In het boek Openbaring is voorspeld wat er gebeurt ‘in de dag van de Heer’ (Openbaring 1:10). Volgens profetieën in de Bijbel begon die dag in 1914, toen Jezus begon te regeren als Koning van Gods Koninkrijk. b Maar hij zou niet meteen de volledige macht over de aarde in handen nemen. Andere profetieën tonen aan dat de toestand in de wereld tijdens het eerste deel van ‘de dag van de Heer’ juist achteruit zou gaan. Die eerste periode wordt ‘de laatste dagen’ genoemd (2 Timotheüs 3:1-5, 13; Mattheüs 24:3, 7; Openbaring 6:1-8; 12:12). Als die zware tijd vol problemen eindigt, zal Gods Koninkrijk een eind maken aan de oude symbolische hemel en aarde en een nieuw tijdperk van vrede en harmonie inluiden. De onderdanen van het Koninkrijk, de ‘nieuwe aarde’, zullen dan leven in ideale omstandigheden en met een volmaakte gezondheid (Openbaring 21:3, 4).

 Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek Openbaring.

a McClintock and Strong’s Cyclopedia (1891), Volume IV, blz. 122.