Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK ZESTIEN

Ze was verstandig, moedig en cijferde zich weg

Ze was verstandig, moedig en cijferde zich weg

1-3. (a) Hoe moet het voor Esther zijn geweest om naar haar man te gaan? (b) Hoe reageerde de koning op Esthers bezoek?

ESTHER liep met bonzend hart langzaam naar de troon. Er viel een stilte in de grote troonzaal in het Perzische paleis in Susan; Esther kon haar eigen voetstappen en het ruisen van haar koninklijke kleren horen. Ze mocht zich niet laten afleiden door de pracht van het koninklijke hof, de sierlijke zuilen, het schitterend bewerkte plafond van cederhout uit de verre Libanon. Ze richtte al haar aandacht op de man die op de troon zat, de man die haar leven in zijn handen had.

2 De koning hield zijn blik aandachtig op Esther gericht terwijl hij zijn gouden scepter uitgestoken hield. Dat was een simpel gebaar, maar het betekende Esthers leven, want daarmee vergaf hij haar de overtreding die ze net had begaan door ongevraagd voor hem te verschijnen. Toen ze bij de troon was, stak ze haar hand uit en raakte dankbaar de punt van de scepter aan (Esth. 5:1, 2).

Esther was dankbaar dat de koning haar leven spaarde

3 Alles aan koning Ahasveros straalde immense rijkdom en macht uit. Het koninklijke gewaad van de Perzische monarchen uit die tijd zou nu naar verluidt honderden miljoenen euro’s kosten. Toch zag Esther iets van genegenheid in de ogen van haar man; op zijn manier hield hij wel van haar. Hij zei: „Wat hebt gij, o koningin Esther, en wat is uw verzoek? Tot de helft van het koningschap — ja, het worde u gegeven!” — Esth. 5:3.

4. Voor welke moeilijke taak stond Esther?

4 Esther had al veel geloof en moed getoond: ze was naar de koning gekomen om haar volk tegen uitroeiing te beschermen. Tot nu toe ging alles goed, maar het moeilijkste moest nog komen. Ze moest deze trotse koning ervan overtuigen dat zijn belangrijkste adviseur een slechte man was die hem met een list zover had gekregen dat hij Esthers volk ter dood had veroordeeld. Hoe zou ze hem dat duidelijk maken, en wat kunnen wij van haar geloof leren?

Ze kiest verstandig de „tijd om te spreken”

5, 6. (a) Hoe paste Esther het principe in Prediker 3:1, 7 toe? (b) Waarom was Esthers aanpak verstandig?

5 Zou Esther het probleem aan de koning moeten vertellen waar zijn hele hofhouding bij was? Dat zou vernederend voor hem zijn en Haman de tijd geven haar beschuldigingen aan te vechten. Dus wat deed Esther? Eeuwen eerder schreef de wijze koning Salomo onder inspiratie van God: „Voor alles is er een vastgestelde tijd, (...) een tijd om zich stil te houden en een tijd om te spreken” (Pred. 3:1, 7). Esthers pleegvader, de gelovige Mordechai, zal haar zulke principes vast wel hebben bijgebracht. Esther begreep dus hoe belangrijk het was het juiste moment te kiezen om iets te zeggen.

6 Esther zei: „Indien het de koning werkelijk goeddunkt, laat de koning dan vandaag met Haman op het feestmaal komen dat ik voor hem heb bereid” (Esth. 5:4). Dat vond de koning goed en hij gaf bevel om Haman te halen. Wat een verstandige aanpak van Esther! Ze liet haar man in zijn waarde en zorgde voor een geschiktere setting om haar probleem aan hem voor te leggen. (Lees Spreuken 10:19.)

7, 8. Wat voor feestmaal organiseerde Esther, maar waarom zei ze nog niets tegen de koning?

7 Esther heeft dat feestmaal vast heel goed voorbereid, zodat het helemaal bij haar man in de smaak zou vallen. Er was goede wijn om voor een opgewekte stemming te zorgen (Ps. 104:15). Ahasveros had het naar zijn zin, en hij vroeg Esther opnieuw wat ze wilde. Was het nu de tijd om te spreken?

8 Esther vond van niet. Ze nodigde de koning en Haman uit voor een tweede feestmaal, de volgende dag (Esth. 5:7, 8). Waarom zei ze nog niets? Vergeet niet dat Esthers hele volk door een decreet van de koning in levensgevaar was. Omdat er zo veel op het spel stond, moest Esther er zeker van zijn dat ze het juiste moment koos. Dus wachtte ze en zorgde ze voor nog een gelegenheid om haar man te laten zien hoeveel respect ze voor hem had.

9. Wat maakt geduld zo waardevol, en hoe kunnen we Esther hierin navolgen?

9 Geduld is een zeldzame en kostbare eigenschap. Hoewel Esther bezorgd was en graag wilde vertellen wat ze op haar hart had, wachtte ze geduldig het juiste moment af. We kunnen veel van haar leren, want we zien allemaal weleens dingen die we recht zouden willen zetten. Als we iemand met autoriteit ertoe willen brengen een probleem aan te pakken, moeten we misschien net als Esther geduld hebben. Spreuken 25:15 zegt: „Door geduld laat een aanvoerder zich overreden, en een zachte tong — die kan het gebeente breken.” Als we geduldig het juiste moment afwachten en vriendelijk blijven, zoals Esther deed, kan zelfs sterke tegenstand ’gebroken’ worden. Zegende Jehovah Esthers geduld en wijsheid?

Geduld maakt de weg vrij voor gerechtigheid

10, 11. Waardoor veranderde Hamans humeur na het eerste feestmaal, en wat stelden zijn vrouw en vrienden voor?

10 Esthers geduld maakte de weg vrij voor een bijzondere reeks gebeurtenissen. Haman ging na het eerste feestmaal opgewekt naar huis, „verheugd en vrolijk van hart” dat de koning en koningin hem zo graag mochten. Maar toen hij de poort uitging, viel zijn oog op Mordechai, die Jood die nog steeds weigerde hem speciale eer te geven. Zoals we in het vorige hoofdstuk hebben gezien, had dat niets te maken met een gebrek aan respect, maar met Mordechais geweten en zijn band met Jehovah God. Toch werd Haman „onmiddellijk met woede (...) vervuld” (Esth. 5:9).

11 Toen Haman zijn vrouw en vrienden vertelde over deze vernedering, zeiden ze dat hij een grote paal moest maken, wel meer dan twintig meter hoog, en dan toestemming van de koning moest vragen om Mordechai eraan op te hangen. Haman vond het een goed idee en liet de paal meteen maken (Esth. 5:12-14).

12. Waarom liet de koning de staatsarchieven voorlezen, en wat kwam hij daardoor te weten?

12 Ondertussen had de koning een ongewone nacht. Hij kon niet slapen, dus liet hij de officiële staatsarchieven voorlezen. Daar stond ook een verslag in van een complot om hem te vermoorden. Hij kon zich dat nog herinneren: de samenzweerders waren gepakt en terechtgesteld. Maar hoe zat het met Mordechai, die het complot aan het licht had gebracht? Ineens klaarwakker vroeg de koning wat voor beloning Mordechai had gekregen. Het antwoord? Er was niets voor hem gedaan. (Lees Esther 6:1-3.)

13, 14. (a) Hoe begon het voor Haman verkeerd te lopen? (b) Wat zeiden Hamans vrouw en vrienden tegen hem?

13 Geïrriteerd vroeg de koning of er een hofbeambte in de buurt was die hem kon helpen dit recht te zetten. Uitgerekend Haman was in het voorhof; hij was schijnbaar vroeg gekomen om toestemming te vragen voor Mordechais terechtstelling. Maar voordat hij iets kon zeggen, vroeg de koning hem wat er het beste gedaan kon worden als de koning iemand eer wilde bewijzen. Haman nam aan dat het over hem ging. Dus bedacht hij iets heel bijzonders: trek de man een koninklijk gewaad aan en laat hem op het paard van de koning door Susan rijden, terwijl een hoge beambte voor hem uit loopt en hardop zijn lof verkondigt. We kunnen ons wel voorstellen hoe Haman gekeken heeft toen hij hoorde dat Mordechai die man was! En wie moest voor Mordechai uit lopen? Haman! — Esth. 6:4-10.

14 Haman deed wat van hem gevraagd werd, maar hij vond het verschrikkelijk. Daarna ging hij snel naar huis, helemaal overstuur. Zijn vrouw en vrienden zeiden dat deze wending een slecht voorteken was; hij zou zijn strijd tegen de Jood Mordechai verliezen (Esth. 6:12, 13).

15. (a) Wat was het resultaat van Esthers geduld? (b) Waarom is het goed om „een wachtende houding” te hebben?

15 Omdat Esther geduldig was en nog een dag wachtte met haar verzoek aan de koning, kreeg Haman de tijd om de basis te leggen voor zijn eigen ondergang. En de slapeloosheid van de koning kan heel goed het werk van Jehovah zijn geweest (Spr. 21:1). Gods Woord zegt niet voor niets dat we „een wachtende houding” moeten hebben! (Lees Micha 7:7.) Als we op God wachten, zouden we er best weleens achter kunnen komen dat zijn oplossingen voor onze problemen veel beter zijn dan alles wat we zelf misschien bedacht hadden.

Moedig vertelt ze alles

16, 17. (a) Wanneer was het voor Esther de tijd om te spreken? (b) In welk opzicht was Esther anders dan Vasthi?

16 Esther durfde het geduld van de koning niet langer op de proef te stellen; bij het tweede feestmaal moest ze alles vertellen. Maar hoe? De koning maakte het haar makkelijk door opnieuw te vragen wat ze wilde (Esth. 7:2). Nu was het de tijd om te spreken.

17 Misschien heeft Esther wel in zichzelf tot haar God gebeden voordat ze zei: „Indien ik gunst gevonden heb in uw ogen, o koning, en indien het de koning werkelijk goeddunkt, dan worde mij mijn eigen ziel gegeven op mijn bede en mijn volk op mijn verzoek” (Esth. 7:3). Ze verzekerde de koning dus dat ze zijn oordeel respecteerde. Ze was echt heel anders dan Vasthi, de vorige vrouw van de koning, die hem expres had vernederd (Esth. 1:10-12). Ook verweet ze de koning niet dat hij zo onverstandig was geweest Haman te vertrouwen. In plaats daarvan smeekte ze hem of hij haar leven wilde beschermen.

18. Hoe vertelde Esther het probleem aan de koning?

18 Natuurlijk was de koning verbaasd over dit verzoek, en het moet hem ook geraakt hebben. Wie durfde zijn koningin in gevaar te brengen? Esther legde uit: „Wij zijn verkocht, ik en mijn volk, om verdelgd, gedood en omgebracht te worden. Indien wij nu louter als slaven en louter als dienstmaagden verkocht waren, zou ik het stilzwijgen hebben bewaard. Maar de nood is niet passend wanneer die gepaard gaat met schade voor de koning” (Esth. 7:4). Esther vertelde duidelijk wat het probleem was. Ze zei er wel bij dat ze er niet over begonnen zou zijn als ze alleen slaven dreigden te worden. Maar omdat door deze genocide ook de koning getroffen zou worden, kon ze niet zwijgen.

19. Wat leren we van Esther over overredingskunst?

19 We kunnen van Esther veel leren over overredingskunst. Als je ooit een ernstig probleem moet bespreken met iemand van wie je houdt of iemand met een hoge positie, kan een combinatie van geduld, respect en openheid een grote hulp zijn (Spr. 16:21, 23).

20, 21. (a) Hoe ontmaskerde Esther Haman, en wat was de reactie van de koning? (b) Wat deed Haman nadat hij als een laffe samenzweerder ontmaskerd was?

20 Ahasveros wilde meteen weten wie het in zijn hoofd had durven halen zoiets te doen. Esther wees naar Haman en zei: „De man, de tegenstander en vijand, is deze slechte Haman.” Dat was een zware beschuldiging. De schrik sloeg Haman om het hart. En misschien liep het gezicht van de wispelturige koning wel rood aan toen het tot hem doordrong dat zijn vertrouwde adviseur hem een bevel had laten ondertekenen waardoor zijn eigen geliefde vrouw gedood zou worden! De koning stormde naar buiten, de tuin in, om wat af te koelen (Esth. 7:5-7).

Moedig wees Esther Haman als de schuldige aan

21 Ontmaskerd als een laffe samenzweerder viel Haman voor de koningin op zijn knieën. Toen de koning terugkwam en zag dat Haman zich smekend op Esthers rustbed had laten neervallen, beschuldigde hij Haman woedend van een poging tot verkrachting in zijn eigen huis. Dat betekende de dood voor Haman. Zijn gezicht werd bedekt en hij werd weggevoerd. Een van de beambten van de koning zei dat Haman een grote paal voor Mordechai had laten maken. Ahasveros gaf onmiddellijk het bevel dat Haman daar zelf aan opgehangen moest worden (Esth. 7:8-10).

22. Hoe leert het voorbeeld van Esther ons om nooit de hoop op te geven of ons geloof te verliezen?

22 In deze onrechtvaardige wereld zouden we makkelijk kunnen gaan denken dat er nooit een eind komt aan onrecht. Heb jij dat weleens gedacht? Esther gaf de hoop nooit op, werd nooit cynisch en verloor nooit haar geloof. Toen het juiste moment was aangebroken, kwam ze moedig op voor het goede, en ze vertrouwde erop dat Jehovah de rest zou doen. Wat een mooi voorbeeld om na te volgen! Jehovah is sinds de tijd van Esther niet veranderd. Het is nog steeds geen probleem voor hem om slechte en gemene mensen in hun eigen val te laten lopen, net zoals hij met Haman deed. (Lees Psalm 7:11-16.)

Ze cijfert zich weg voor Jehovah en zijn volk

23. (a) Hoe beloonde de koning Mordechai en Esther? (b) Hoe kwam Jakobs sterfbedprofetie over Benjamin uit? (Zie het kader „ Een profetie komt uit”.)

23 Eindelijk wist de koning dat Mordechai niet alleen de loyale onderdaan was die hem tegen een moordaanslag had beschermd, maar ook Esthers pleegvader. Ahasveros gaf Hamans positie van eerste minister aan Mordechai. Hamans huis, inclusief zijn enorme vermogen, gaf hij aan Esther, en zij stelde Mordechai als hoofd erover aan (Esth. 8:1, 2).

24, 25. (a) Waarom kon Esther het niet rustig aan gaan doen? (b) Hoe riskeerde Esther nog een keer haar leven?

24 Kon Esther het rustig aan gaan doen nu zij en Mordechai geen gevaar meer liepen? Dat zou wel heel egoïstisch zijn geweest. Hamans decreet om alle Joden te doden werd op dat moment naar elke uithoek van het rijk gebracht. Haman had het Poer (het lot) geworpen, blijkbaar een vorm van spiritisme, om te bepalen wat de beste dag voor zijn gemene aanval was (Esth. 9:24-26). Die dag lag nog maanden in de toekomst, maar kwam snel dichterbij. Kon de ramp nog voorkomen worden?

25 Opnieuw riskeerde Esther haar leven voor haar volk door zonder officiële uitnodiging voor de koning te verschijnen. Dit keer huilde ze om haar volk; ze smeekte haar man om het vreselijke edict ongedaan te maken. Maar een wet die door de Perzische monarch was goedgekeurd, kon niet ingetrokken worden (Dan. 6:12, 15). Dus gaf de koning Esther en Mordechai toestemming om een nieuwe wet te maken. Er werd een tweede aankondiging opgesteld, waarmee de Joden het recht kregen zich te verdedigen. Ruiters haastten zich naar alle delen van het rijk en brachten de Joden het goede nieuws. Nu kregen ze weer hoop (Esth. 8:3-16). Zie je het al voor je hoe de Joden overal in dat enorme rijk zich bewapenden en zich voorbereidden op de strijd? Zonder die nieuwe wet had dat nooit gekund. Maar zou „Jehovah der legerscharen” zijn volk helpen? — 1 Sam. 17:45.

Esther en Mordechai stelden aankondigingen op voor de Joden in het Perzische Rijk

26, 27. (a) Hoe grondig was de overwinning die Jehovah zijn volk gaf? (b) Welke profetie kwam uit toen Hamans zonen werden gedood?

26 Toen de dag eindelijk aanbrak, was Gods volk er klaar voor. Zelfs veel Perzische beambten stonden nu aan hun kant, want het nieuws over de nieuwe eerste minister, de Jood Mordechai, was overal doorgedrongen. Jehovah gaf zijn volk een grote overwinning. Hij zorgde ervoor dat hun vijanden compleet verslagen werden, ongetwijfeld om te voorkomen dat zijn volk met vreselijke wraakacties te maken zou krijgen (Esth. 9:1-6). *

27 Ook de tien zonen van Haman werden gedood. Anders zou het voor Mordechai nooit veilig zijn om aan het hoofd van Hamans huis te staan (Esth. 9:7-10). Daarmee kwam een Bijbelprofetie uit, want God had voorspeld dat de Amalekieten, die gemene vijanden van zijn volk waren, volledig uitgeroeid zouden worden (Deut. 25:17-19). De zonen van Haman kunnen heel goed de allerlaatsten van dat veroordeelde volk zijn geweest.

28, 29. (a) Waarom wilde Jehovah dat Esther en haar volk aan een oorlog deelnamen? (b) Waarom kunnen we blij zijn met het voorbeeld van Esther?

28 Esther kreeg al jong met heel wat moeilijke kwesties te maken, bijvoorbeeld met koninklijke besluiten over oorlog en terechtstellingen. Dat is vast niet makkelijk geweest. Maar het volk Israël moest beschermd worden, omdat Jehovah had bepaald dat de beloofde Messias, de enige hoop voor alle mensen, uit dat volk zou komen (Gen. 22:18). Aanbidders van God zijn blij dat die Messias, Jezus, zijn volgelingen later verbood nog deel te nemen aan letterlijke oorlogen (Matth. 26:52).

29 Maar christenen voeren wel een geestelijke oorlog; Satan is er meer dan ooit op uit ons geloof in Jehovah te verwoesten. (Lees 2 Korinthiërs 10:3, 4.) We hebben echt heel veel aan het voorbeeld van Esther! Laten we haar geloof navolgen door moedig te zijn, op een verstandige en geduldige manier overredingskunst te gebruiken en op te komen voor Gods volk.

^ ¶26 De koning gaf de Joden een dag extra om hun overwinning af te maken (Esth. 9:12-14). De Joden herdenken die overwinning nog steeds elk jaar in de maand Adar (februari/maart). Dat feest wordt Poerim genoemd, naar het lot dat Haman wierp bij zijn plan Israël te vernietigen.