Heb je iemand gevonden die volgens jou een goede huwelijkspartner zou zijn? Hoe kom je er dan achter of die persoon echt bij je past?

 Het is belangrijk om verder te kijken dan oppervlakkige eigenschappen. Het leukste meisje kan bijvoorbeeld helemaal niet zo betrouwbaar zijn en de populairste jongen neemt het misschien niet zo nauw met de moraal. Je wilt iemand bij wie je je prettig voelt, iemand die echt bij jouw persoonlijkheid en doelen past (Genesis 2:18; Mattheüs 19:4-6).

 Bekijk je vriend(in) objectief. Maar pas op! Waarschijnlijk heb je de neiging alleen te zien wat je wilt zien. Dus neem de tijd. Probeer erachter te komen hoe je vriend(in) echt in elkaar zit.

 Veel jongeren die verkering hebben, kijken niet verder dan de buitenkant. Vaak letten ze alleen op wat ze gemeen hebben: ’We houden van dezelfde muziek.’ ’We hebben dezelfde hobby’s.’ ’We zijn het over alles eens!’ Maar je moet verder kijken dan oppervlakkige eigenschappen. Het is belangrijk „de verborgen persoon van het hart” te leren kennen (1 Petrus 3:4; Efeziërs 3:16). In plaats van je te concentreren op de dingen waarover jullie het eens zijn, kan het veel nuttiger zijn te kijken wat er gebeurt als jullie het niet eens zijn.

 Let bijvoorbeeld op het volgende:

•   Hoe gaat je vriend(in) om met meningsverschillen? Is hij of zij drammerig en geneigd boos te worden of zelfs te gaan schelden? (Galaten 5:19, 20; Kolossenzen 3:8) Of is je vriend(in) zo redelijk om ter wille van de vrede toe te geven als het puur een kwestie van voorkeur of smaak is? — Jakobus 3:17.

•   Is hij of zij manipulerend, bezitterig of jaloers? Wil hij of zij altijd weten waar je bent en wat je doet? „Ik hoor wel van stelletjes die ruzie maken omdat de een er niet tegen kan dat de ander zich niet constant ’meldt’”, vertelt Nicole. „Dat lijkt me een slecht teken” (1 Korinthiërs 13:4).

•   Hoe denken anderen over hem of haar? Het is verstandig te praten met mensen die je vriend(in) al een tijdje kennen, zoals rijpe personen uit de gemeente. Zij kunnen je vertellen of hij of zij een goede reputatie heeft (Handelingen 16:1, 2).